Zoals ik tegenwoordig vaak door Hilversum fiets om al het moois te zien dat Dudok daar heeft gebouwd, zo ging ik vanaf het begin van de jaren tachtig door Amsterdam om al die prachtige bouwwerken van de Amsterdamse School te bewonderen. Mijn absolute held was Michel de Klerk, die maar 39 jaar is geworden maar misschien wel de beste architect was die Nederland ooit heeft gehad. Merkwaardig om nu te lezen dat De Klerk vergeten was, pas in die tijd is herontdekt, ook nog eerst in het buitenland, en pas nu een heus eerbetoon krijgt met een schitterend boek en een tentoonstelling.
Nu er een kabinet komt van vier partijen die nauwelijks beleid maken maar vooral maatregelen willen terugdraaien in een bizar verlangen naar een verzonnen verleden, is het goed om de schoonheid op te zoeken. Ook schoonheid in beleid. Michel de Klerk was een overtuigd sociaal-democraat die deel was van het team Wibaut, de welgestelde wethouder met het hart op de goede plaats, de architect en idealist Berlage, en Arie Keppler, de bevlogen directeur van de Gemeentelijke Woningdienst – waarschijnlijk de enige ambtenaar ooit die een standbeeld heeft gekregen.
Het blazoen van deze pragmatische idealisten is niet onbevlekt. Keppler was óók de drijvende kracht achter de Zeeburgerdorp en Asterdorp, de twee woonscholen waar onmaatschappelijken heropgevoed moesten worden. Maar hij heeft daarnaast in zijn 22-jarig bewind maar liefst 30 duizenden woningen gebouwd, alleen al in Amsterdam – kom daar nu nog maar eens om! Hij bouwde de tuinwijken waarmee arbeiders eindelijk een eigen huisje kregen met een tuin, en gaf uitvoering aan Berlages Plan Zuid. En vaak gunde hij de opdracht aan bevlogen architecten als Michel de Klerk.
De Klerk was niet alleen architect, maar ook kunstenaar. En, heel bijzonder: autodidact. Hij heeft zijn meesterproef afgeleverd met zijn bijdrage aan het Scheepvaarthuis in Amsterdam, een Gesamtkunstwerk dat we kunnen rekenen tot de mooiste gebouwen van Nederland. Maar hij heeft vooral arbeiderswoningen gebouwd. Massale blokken woningen met niet alleen een ruime keuken, goed sanitair en voldoende slaapkamers, maar die ook erg mooi waren. Ook mensen onderaan de maatschappelijke ladder, vond De Klerk, hadden recht op schoonheid – kom er nu maar eens om.
Het Hillehuis in 1913 was nog wat voorzichtig, maar wordt nu aangemerkt als het begin van de Amsterdamse school. Aan de Vrijheidslaan in Zuid ontwierp hij een imposant blok middenstandswoningen. Nog veel mooier is het complex, ook in Zuid, dat naar de opdrachtgevende woningbouwvereniging ‘De Dageraad’ is gedoopt, een prachtige, typische socialistische naam. Maar ronduit subliem werk heeft ‘bouwkunstenaar’ De Klerk afgeleverd met Het Schip in de Spaarndammerbuurt, waarvan de typische toren goed is te zien vanuit de trein van Amsterdam Centraal naar Sloterdijk.
Het Schip is inmiddels een museum. En heeft nu een tentoonstelling over Michel de Klerk. Hoewel de man veel te vroeg is overleden, heeft hij een imposant oeuvre achtergelaten, ook als kunstenaar en grafisch ontwerper. Bij de tentoonstelling hoort het boek ‘Michel de Klerk. Inspirator van de Amsterdamse School’ van Alice Roegholt en Ellen Wilbrink. Bezoek de tentoonstelling, lees het boek en leer van de tijd dat het wél kon: dat we bevlogen politici hadden die werkelijk opkwamen voor de mensen die het minder hadden, ze niet wilden vertrappen maar verheffen, en ze wilden omringen met schoonheid. Dat is pas een verleden om naar terug te verlangen.
De tentoonstelling in Het Schip: https://www.hetschip.nl/tentoonstelling/michel-de-klerk-tentoonstelling
